-
1 mix up
verwarren, in de war brengen; door elkaar gooien; verwarring, warboel; gevechtmix up3 overhoop/door elkaar gooien -
2 scramble
n. geklauter; gescharrel; gegrabbel; gedrang; gevecht, worsteling; motorcross--------v. schudden (kaarten); door elkaar mengen; roeren; worstelen, moeite doen; opzij geduwd wordenscramble1[ skræmbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————scramble2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 muddle
n. wanorde; rommel--------v. verwarren; verspillen; vervuilen, lelijk maken; wanorde veroorzaken; aanmodderenmuddle1[ mudl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 make a muddle of • verknoeien, in de war sturenin a muddle • in de war————————muddle2♦voorbeelden:muddle through • met vallen en opstaan het einde halenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 rag
n. lapje; vod; jool--------v. pesten; plagen; lol trappenrag1[ ræg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 lap(je) ⇒ vodje, stuk, flard4 〈Brits-Engels; informeel〉 herrie ⇒ keet, (studenten)lol; 〈 in het bijzonder〉 jaarlijkse studentenoptocht voor een goed doel♦voorbeelden:dressed in rags • in lompen gehuldI haven't a rag to put on • ik heb niets om aan te trekkencooked to rags • stukgekooktfor a rag • voor de gein, voor de lol→ wet wet/————————rag2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 shuffle
n. geschuifel; schuifelende danspas; schudden (v. kaarten); verandering van positie; reorganisatie--------v. heen en weer bewegen; schuifelen, sloffen; schudden (kaarten); (in zijn papieren) rommelenshuffle1[ sjufl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————shuffle2♦voorbeelden:¶ shuffle out of one's responsibility • zich aan zijn verantwoordelijkheid onttrekken, zich eruit draaien♦voorbeelden:3 schuiven ⇒ al schuivend aan/uittrekken♦voorbeelden:shuffle one's papers • in zijn papieren rommelen3 〈 figuurlijk〉 try to shuffle off one's responsibility • zijn verantwoordelijkheid proberen af te schuivenshuffle on/off one's slippers • zijn pantoffels al schuifelend aan/uittrekken
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский